Gebruik de volgende vragen om te beoordelen hoe uw bedrijf er financieel voorstaat:
Is het financieel plan klaar voor een kritische blik? Zet in ieder geval als basis de balans, de winst- en verliesrekening, en de ratio’s of verhoudingsgetallen in uw financieel plan. Deze vormen de basis voor een financieel plan. En dit zijn de onderdelen waarmee financiers inzicht krijgen in uw cijfers. Lees in de volgende stappen per onderdeel wat het is.
De balans is een overzicht van bezittingen, schulden en het eigen vermogen op een bepaald moment. Meestal is dat 31 december. U kijkt dan naar alles wat op dat moment aanwezig is in het bedrijf. Dit zijn bijvoorbeeld goederen, schulden en uitstaande rekeningen. Deze dingen zet u dan in uw balans. U beschrijft alles kort en duidelijk.
Activa(debetzijde = bezittingen) |
Passiva(creditzijde = financieringsbronnen) |
Vaste activa
|
Eigen vermogen
|
Vlottende activa
|
Lang vreemd vermogen
|
Liquide middelen (direct beschikbaar)
|
Kort vreemd vermogen
|
De winst- en verliesrekening geeft een overzicht van de inkomsten en uitgaven van uw bedrijf over de periode van een boekjaar. Hiermee kunt u zien of u winst maakt of verlies lijdt. De winst- en verliesrekening moet u inleveren (deponeren) bij KVK. Kleine bedrijven, met minder dan 50 werknemers en een maximale jaaromzet van € 15 miljoen, hoeven geen winst- en verliesrekening openbaar te maken bij KVK.
Voordat financiers een lening geven, beoordelen ze de financiële situatie van uw bedrijf. Ze willen weten of u de betalingsverplichtingen kunt nakomen en of het interessant is om in het bedrijf te investeren. Om uw bedrijf financieel te beoordelen gebruiken financiers ratio’s of verhoudingsgetallen. De meest gebruikte ratio’s zijn liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit.
Liquiditeit is de mate waarin uw bedrijf in staat is om op de korte termijn aan betalingsverplichtingen te voldoen. De liquiditeit van een bedrijf bestaat uit 4 belangrijke cijfers:
Dit getal geeft aan of (kortlopende) schulden uit de vlottende activa betaald kunnen worden. De voorraad meegerekend.
De berekening is:
Deel de vlottende activa door het kort vreemd vermogen. Dit is de current ratio. Een positieve waarde voor dit getal is minimaal 1, een gemiddelde onderneming heeft een ratio tussen de 1,2 en 1,5.
Dit getal geeft aan of (kortlopende) schulden uit de vlottende activa betaald kunnen worden. Het verschil met de current ratio is dat bij deze berekening de voorraden niet meegerekend worden.
De berekening is:
Deel de vlottende activa door het kort vreemd vermogen. Dit is de quick ratio.Een positieve waarde voor dit getal is minimaal 1.
Aanvullend op de quick ratio wordt gekeken naar de voorraadtermijn en debiteurentermijn. Met de voorraadtermijn berekent u de gemiddelde doorlooptijd van de voorraden. De norm is maximaal 30 – 90 dagen (afhankelijk van uw branche).
De berekening is:
De voorraad keer 365. De uitkomst deelt u door de inkoop. Dit is de voorraadtermijn. Daarnaast berekent u ook de gemiddelde doorlooptijd van de debiteuren. Meestal is dit maximaal 30 – 60 dagen. U kunt u dit per debiteur controleren.
Het (netto)werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa en het kort vreemd vermogen op de balans van uw bedrijf.
De berekening is:
Deel de vlottende activa door het kort vreemd vermogen. Dan krijgt u het netto werkkapitaal. Het (netto)werkkapitaal is positief wanneer de vlottende activa groter zijn dan het vreemd vermogen op de korte termijn.
De solvabiliteit is de verhouding van uw eigen vermogen ten opzichte van het vermogen dat u nodig heeft. Deze verhouding geeft aan of uw bedrijf de schulden op lange termijn kan betalen.
De berekening is:
Deel het eigen vermogen door het totale vermogen. De uitkomst doet u keer 100%. Dit is uw solvabiliteit. De bank verwacht dat u als (startende) ondernemer ook eigen vermogen inbrengt, meestal minimaal 20%. In bepaalde branches zoals de horeca kan dit zelfs oplopen tot 50%.
Rentabiliteit is de winstgevendheid van uw bedrijf. Hierbij wordt het resultaat (winst) afgezet tegen het gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen. Dat laat zien hoe succesvol u bent en blijft als ondernemer.
De berekening is:
Deel de winst door het gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen. De uitkomst doet u keer 100%. Dit is de rentabiliteit.
In deze video van KVK krijgt u 6 tips waarmee u uw financiële inzicht vergroot.